Inmiddels zijn we in het oogst seizoen. De pootaardappelen, erwten en het graan zijn geoogst. Na de oogst is is het werk niet gedaan. Om de grond / het bodemleven in conditie te houden zijn we al jaren in de weer om waar nodig te bemesten met vaste mest en groenbemester en gras/klaver.
Als je dan weer op de trekker zit (en dat vind ik niet het mooiste werk) dan denk ik wel eens aan de onophoudelijke trendmolen waarmee je de elkaar opvolgende seizoenen mee kunt vergelijken. Elk jaar is (lijkt) hetzelfde, het meeste werk is (lijkt) ook steeds terug te komen.
Het mooie van iets al wat langer mee te maken (idem of zelfs onlosmakelijk verbonden met ouder worden) is dat de trends, de verschillen en veranderingen duidelijker worden.
En dan wordt het leuk ! want dan ga je weer waarderen: de zoveelste baan zaaien, de ontelbare wentelingen aan het stuur. Het zijn zegeningen die je kunt tellen wanneer je merkt dat de grond er beter van wordt.
Dat we (en dan bedoel ik de gewassen) bijvoorbeeld de extreme hitte hebben kunnen trotseren is daar een goed voorbeeld van.
En dat doen we allemaal om produkten te produceren die binnen enkele dagen worden omgezet in stront zoals een collega dat zo mooi relativerend kan verwoorden.
Daarmee kun je erkennen dat je maar mee moet in de ‘waan van de dag’ je verandert het toch niet en het is altijd zo geweest. Maar dat is dus niet zo! Verandering is de grote constante factor.
Waar nemen we verantwoording van z’n eigen daden als maatschappij en (belangrijker) als individu en hoe maken we het verschil?